Als vrouw zonder universitaire opleiding, geboren in een omgeving waarin laaggeletterdheid geen uitzondering was en waar er thuis altijd geldzorgen waren, mis ik veel van de vinkjes die Joris Luyendijk beschrijft in zijn nieuwe boek (De zeven vinkjes: Hoe mannen zoals ik de baas spelen). Misschien dat daarom mijn ambitie en drive voor diversiteit en talent aan de top altijd in mijn werk verweven zit.
Door zelf niet te beschikken over alle vinkjes (man, wit, hetero, vwo achtergrond, universitair geschoold, Nederlandse ouders en rijke of hoogopgeleide ouders) durf ik ze ter discussie te stellen als voorwaarden voor bijvoorbeeld bepaalde bestuurlijke en leidinggevende rollen. Door met organisaties en kandidaten de dialoog aan te gaan ben ik in staat om juist vrouwen te plaatsen in bestuurlijke functies die voor hen de logische volgende stap is.
Maar naarmate de vinkjesdiscussie vordert, merk ik dat mijn visie op de materie gelimiteerd is tot mijn eigen belevingswereld. Net als een ieder, ben ik in enige mate blind voor de vinkjes die ik niet aankruis.
Onze eigen bril
Want ja, we bekijken de wereld allemaal met onze eigen bril op en redeneren vanuit onze eigen situatie. Het is daarom ook makkelijker om in contact te komen met mensen met gedeelde ervaringen en opvattingen. En vraagt het moeite en inlevingsvermogen om anderen te willen begrijpen.
Zo krijg ik veel vrouwen zover om te gaan solliciteren op een topfunctie. En weet ik daarnaast opdrachtgevers te bewegen met hen in gesprek te gaan en te zien waar de mogelijkheden en kansen liggen van het leiderschap dat deze vrouwen uitdragen. Het schetsen van nieuwe perspectieven en de toegevoegde waarde van deze match, voor beide partijen, speelt hierbij een belangrijke rol merk ik. Dat lukt mij omdat ik mij kan verplaatsen in beide belevingswerelden, want we hebben immers gedeelde ervaringen.
Echter merk ik dat het mij minder goed lukt om mensen met een andere culturele achtergrond of bijvoorbeeld een arbeidsbeperking te bereiken en te bemiddelen. Het lukt mij niet genoeg om in de juiste netwerken te bewegen en wellicht mijn taal of stijl aan te passen om hen te bewegen het lef te hebben te reageren en te onderzoeken of de functie passend kan zijn.
En natuurlijk zijn deze kandidaten er meer dan genoeg. Ik zie veel initiatieven en nieuwe bureaus ontstaan die zich specifiek op dit deel van de arbeidsmarkt richten. Kortom mijn conclusie is dat ikzelf een grote blinde vlek heb en niet in staat ben deze mensen te bereiken of aan mij te binden. Dat is een conclusie die ik heel erg jammer vind.
Niét jezelf selecteren en toch een goed gevoel
In ons werk is het ervaren van de wederzijdse klik een belangrijk selectie-instrument. Maar niet op de juiste manier toegepast, kan het een zeer verraderlijk middel zijn. Door alléén te selecteren op basis van een gevoelsmatige klik, vergroot je de kans dat je jezelf aan het kiezen bent. Of althans, iemand die qua opvattingen en ervaringen heel erg op jou lijkt. Over het algemeen bevorder je daarmee de diversiteit niet.
Maar gelijktijdig wil je iemand selecteren waarbij je direct het gevoel hebt dat je met haar of hem kan samenwerken. Je moet er vertrouwen in kunnen hebben dat dit prettig gaat verlopen. Hoe doe je dit dan, zonder een kopie van jezelf te selecteren?
Dat doe je, in mijn optiek, door goed naar de waarde van de ander te kijken. Wat voor extra’s brengt iemand mee waar je enthousiast van wordt? Maar ook door tijd te investeren in de fase daarna. Het vergt tijd om de samenwerking op elkaar af te stemmen en te snappen dat iemand anders zal reageren en functioneren dan jijzelf. Bied je als organisatie een werkklimaat waarbij iemand ook anders mag zijn en doen? En ben je als nieuwe bestuurder of leidinggevende ook in staat in te zien dat omgevingen zich niet zomaar aan jou aanpassen? De dialoog met elkaar aangaan en dit blijven benoemen zou kunnen helpen.
Samen breder kijken
Wellicht merk je dat ik er in dit artikel een beetje mee worstel. Ik probeer de ander altijd deelgenoot te maken van mijn ambitie om breder te kijken, niemand uit te sluiten en te zien wat iemand mooi maakt. Echter neem ik in mijn beoordeling (onbewust) mijn eigen ervaringen en opvattingen hier in mee. En oordeel ik over dat waarin ik mij (makkelijk) kan verplaatsen. Uiteraard snap ik dat meer aandacht en inzet om anderen te leren kennen en dit te onderhouden zal werken. Maar ik kan niet alles even veel aandacht geven als dat ik zou willen. Veel van mijn focus gaat naar het bevorderen van diversiteit als het gaat om vrouwen in de top of eindverantwoordelijke posities en ook daar zijn we nog lang niet waar we willen zijn.
Bij deze doe ik eigenlijk een oproep aan mensen die mij zouden kunnen helpen. Zowel met mijn gedachten, als wellicht ook met het bereiken van de groepen mensen die voor mij te veel uit het zicht zijn. Laten we samen sparren en zicht houden op onze eigen blinde vinkjes.