Afgelopen jaar schreef ik een stuk over het “vasthouden aan je eigen persoonlijk leiderschap.” En welke uitdagingen dat met zich meebrengt. Dit keer wil ik het graag hebben over hoe persoonlijk leiderschap duurzaamheid ontwikkelt. Hoe zorg je ervoor dat je iets van waarde achterlaat binnen een organisatie of team? Een recente hockeywedstrijd die ik speelde met de jongens van Abrahams Holland, demonstreert precies waar ik het over wil hebben.
Wij, een team vol met 60 plussers, speelden tegen de Nederlands Veteranen kampioen met een gemiddelde leeftijd van 55 plus. Zij hadden al drie jaar lang geen wedstrijd verloren!! Als aanvoerder wordt van mij verwacht dat ik het team goed neerzet; wat best lastig is. Vroeger kon ik door mijn technische, fysieke en tactische vaardigheden een wedstrijd dragen, maar dat wordt naarmate de jaren gaan vorderen steeds lastiger. De uitdaging is dan ook om “slimmer” te zijn dan je tegenstander. Als je slim bent, kies je voor een tactiek die ervoor zorgt dat je als team minder energie verbruikt dan de tegenstander. Dat vraagt lef en overtuigingskracht om mensen uit hun comfortzone te halen, sensitiviteit om mee te voelen, een juiste analyse ter voorbereiding, natuurlijk voorbeeldgedrag en het nemen van verantwoordelijkheid. Verder vraagt het van iedere speler om het maximale uit zichzelf te halen ter ondersteuning van hun teamgenoten (jouw teamgenoot te laten schitteren). Duurzaamheid creëer je als er met minder energieverbruik toch betere prestaties worden gerealiseerd. En wat geldt voor de sportwereld, geldt in deze ook voor het werkende leven. Als manager, directeur of bestuurder is de overtuiging dat je een duurzame organisatievorm creëert wanneer je er daadwerkelijk bent om de ander te laten excelleren.
Wat is het doel van je handelen?
Om in te zien of je dat goed doet, vraag je je eerst af wat het centrale thema is van je handelen. Is het money driven? Gaat het binnen je organisatie enkel om het gewin of is men aan de andere kant gericht op het “zorgen voor”? Of gaat het binnen de werkomgeving enkel om het “aardig zijn” voor elkaar? De uitdaging ligt dan ook in het in balans brengen van deze twee werkvormen. Geld en menskracht zijn nodig om je werkelijke levensdoelen te kunnen behalen; de ontwikkeling (continuïteit) van de mensen en de organisatie als zodanig. Deze vorm van (duurzame) ontwikkeling heeft echter tijd nodig en dat geven we elkaar vaak niet. Zij die dat wel doen en dit verzicht al geruime tijd van te voren zien, zijn “natuurlijke leiders.” Je hoort ze niet, maar ze zijn er continu en dat wekt vertrouwen.
Natuurlijke leiders creëren een krachtige en stuwende omgeving
Je herkent ze direct, natuurlijke leiders. Op het voetbalveld zouden we ze omschrijven als de types Xavi en Iniësta. Zij overzien het spelletje, zijn creatief in hun oplossingen, maar laten bovenal hun medespelers vanuit hun kracht functioneren. Zij stralen natuurlijk gezag uit en zien dat het effect van elkaar sterker maken enorm belangrijk is. En daar kan ik zelf van genieten. Samen kun je meer bereiken dan een ieder individueel. In de kantooromgeving is dergelijke synergie van net zo’n fundamenteel belang als op het sportveld.
Veiligheid en vertrouwen bieden
Het gaat om mensen, dat is de slogan van K+V. Onze bedoeling is daarbij het bieden van veiligheid en vertrouwen om er daadwerkelijk voor jou te zijn, in de rol van mens, bestuurder, de kandidaat, het netwerk, de collega, opdrachtgever, etc. Dit alles om samen met elkaar tot het maximale duurzame resultaat te komen. Ben je nieuwsgierig geworden mail dan naar snethlage@kv.nl
Oh, nog even over de uitslag van de wedstrijd. Ondanks dat we met 2-0 hebben voor gestaan, eindigde de wedstrijd in 3-3. Maar het is ook visie om in te zien dat het biertje met de tegenstanders (na afloop) niet zo lekker had gesmaakt als we ze hadden weten te verslaan. Want zonder hen hadden wij toch geen wedstrijd kunnen spelen.
Persoonlijk vond ik het moment direct na de wedstrijd speciaal: het spontane applaus dat de spelers elkaar gaven nadat ik hen gecomplimenteerd had met het feit dat zij met en voor elkaar als team gespeeld hadden. Daar doe je het toch voor?