In sollicitatiebrieven en aan de gesprekstafel kun je twee soorten kandidaten onderscheiden: mensen die benadrukken wat ze allemaal kunnen en anderen die vertellen wat ze vooral zouden willen. De laatste groep is een kleine minderheid, en dat is eigenlijk best gek. Willen is misschien nog wel belangrijker dan kunnen. Kunnen gaat terug op wat je allemaal al hebt gedaan, zogenaamde ervaringskennis. Willen gaat over waar je energie voor hebt en wat je verlangt. Doe jij werk dat je leuk vindt, doe je echt wat je wilt? Toch ontvang ik vooral brieven en CV’s, waarin mensen vrijwel uitsluitend beschrijven wat ze allemaal kunnen: dé gangbare motivatie waarom ze de juiste kandidaat zijn.
Waarom ‘willen’ zoveel belangrijker is dan ‘kunnen’
De bekende schrijver en organisatie adviseur Simon Sinek die onderzoek deed naar de kern van succes, zegt het: “People don’t buy what you do; they buy why you do it. And what you do simply proves what you believe.” Dat geldt net zo goed op de arbeidsmarkt. Maar als ik kandidaten na een lange uitweiding over hun daden vervolgens vraag: waarom doe of wil je dit? Dan valt het vaak even stil, of hoor ik meestal een algemeen en vaag antwoord. Best vreemd. Waar heb je het dan over? Je zal het prima kunnen, maar moet je willen wat je kunt? Levert wat je kunt je plezier op en geeft kunnen echte betekenis aan je leven? Kunnen gaat over een prestatie in het verleden, terwijl willen om een toekomstige ambitie gaat.
Welkom in het Pippi Langkous tijdperk
Ook aan de andere kant van de tafel wordt de keuze voor een kandidaat vaak gemotiveerd op ‘hij/zij kan het’. Alleen geeft dat geen garantie dat mensen ook succesvol zijn en dus passen bij de functie. Natuurlijk, kennis en beroepservaring is nodig. Maar in deze tijd waarin bestaande kennis steeds minder volstaat voor de huidige vraagstukken betreden we het Pippi Langkous tijdperk en daarin geldt het credo: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik zal het vast wel kunnen’.
Praten vanuit verlangen
Waarom zou een organisatie mensen zonder of met weinig ervaring in een functie toch plaatsen? Omdat hun motivatie en wil zo sterk is. Om iets nieuws te doen heb je bezieling en actie nodig, en volharding om tot prestaties te komen. Echt willen gaat dus samen met enthousiasme en wilskracht, en daarmee wek je interesse bij mensen aan de andere kant van de tafel. Heb je veel werkervaring dan is je rugzak al goed gevuld en kun je wel wat. Door te tonen wie je bent, in je drijfveren, verlangens en bezieling, maak je het gesprek persoonlijk. De andere kant van de tafel wordt nieuwsgierig en gaan het je gunnen met als resultaat: de baan.
Hoe maak je een CV met impact
Tegenwoordig begin ik bij een CV steeds vaker aan de onderkant; daar staat wat mensen doen vanuit echte vrij wil; nevenactiviteiten, interesses en hobby’s; daar herken ik de mens in zijn kern en wordt het minst gelogen. Dus waarom schrijven mensen niet aan het begin van hun CV een profiel met wat ze leuk vinden? Beschrijf waar je energie van krijgt, wat je drijft of heel praktisch waar ik je midden in de nacht voor wakker mag maken. Vervolgens kun je een vergelijk maken met de beoogde functie, bijvoorbeeld door de parallel te benoemen met je sport of grote hobby. Met zo’n CV geef je een persoonlijk beeld en maak je impact en verschil. Je laat zien waar je schoonheid zit en gaat doen wat van jou is.
Chris Boven werkt als executive coach en consultant o.a. bij K+V; het interim- en werving & selectiebureau voor levende organisaties en werkende kandidaten in zorg, overheid, onderwijs en management.