Op het kantoor van K+V discussiëren we regelmatig over actuele onderwerpen, zoals enige tijd geleden toen de nieuwe onderzoeksgegevens over vrouwen in topposities bekend werden…
Martine: Heb je het gelezen? Dit jaar weer te weinig vrouwen in topposities. Sjef: Ja, ik hoorde het op de radio. Martine: slechts 10,7% in raden van bestuur is vrouw, en in raden van commissarissen niet meer dan 15%. Sjef: Het is ook wel een taaie kwestie. Dat soort zaken regel je niet in één of twee jaar. En bovendien, regelen…, zoiets moet toch organisch groeien? Martine: Nou dat moet je juist wél regelen! Daar gaat het nu net om. Wat dacht je van onze rol als bureau?
Benieuwd hoe deze discussie bij ons verder gaat?
Sjef: Onze rol als bureau? Maar wij bemiddelen toch altijd de beste kandidaat? We gaan toch niet selecteren op geslacht? Martine: Daar gaat het niet om. Het gaat er om hoe wij, jij en ik, naar kandidaten kijken. Hoe we luisteren en vragen stellen! Sjef: Hoe bedoel je? Martine: Nou, is het je niet opgevallen dat in selectieprocedures mannen vaak overtuigd zijn van hun kunnen en een beetje bluffen, terwijl vrouwen meestal eerst voor zichzelf willen onderzoeken of de baan wel bij hun past? Veel vrouwen kunnen pas overtuigd reageren, als ze weten wat ze precies gaan doen, en met welke mensen. Sjef: En dat komt bij ons over als ‘niet zeker van haar zaak’. Martine: Inderdaad, terwijl iemand die bluft ons als bureau zekerheid geeft. Maar eigenlijk is dat een schijnzekerheid. Wij horen graag zo’n pasklaar antwoord. Voor ons een bevestiging of we goed zitten met onze kandidaat. Sjef: Terwijl degene die zelf nog eens na wil denken misschien wel de betere kandidaat is.
Wat gebeurt er aan de andere kant van de tafel?
Martine: Hetzelfde fenomeen zie je aan de bestuurstafel, of binnen de Raad van Toezicht. Daar zitten meer mannen dan vrouwen. En die doen hetzelfde, die gaan ook eerder voor schijnzekerheid en voor bevestiging zoals ze zelf in een opdracht of in hun werk zitten. Sjef: Mmh, bestuurders hebben inderdaad de bril op waar mannen het scherpst door worden gezien. Wellicht zien ze de kwaliteiten van vrouwelijke bestuurskandidaten onvoldoende. Men verwacht bepaald gedrag, en dat zijn vaak mannelijke gedragingen. Martine: Ja, zo’n daadkracht tonende man en een wat afwachtende vrouw hebben ook effect op de bestuursvoorzitter aan de andere kant van de tafel. Als de voorzitter vraagt ,,En, heb je er zin in?”, en een man meteen reageert met ,,Wanneer kan ik beginnen?” antwoordt een vrouw heel anders op dezelfde vraag. Zij vindt het een heel plezierig en inhoudelijk goed gesprek en wil er graag nog een weekend over nadenken, om het maandag te laten weten. Dat is vaak niet het antwoord dat men wil horen. Het is natuurlijk ook altijd spannend als iemand anders is en denkt dan je gewend bent.
De rol van ons bureau
Sjef: Typisch. Natuurlijk is het veilig als iemand laat zien wat hij kan. Zo’n vrouw die zegt dat ze over de functie na wil denken, dan vraag je je meteen af of ze de baan wel zou willen! Martine: In dit soort situaties is het aan ons om aan te geven wat er gebeurt. Natuurlijk is het veilig te kiezen voor de man die overtuigd is, iedereen wordt daar blij van. Maar als die vrouw uiteindelijk ja zegt, kies je als bedrijf zeer waarschijnlijk voor duurzaamheid en andere dimensies. Het zou goed zijn hierover in discussie te gaan.
Martine van der Velpen en Sjef van Zwieteren zijn werkzaam als partner, adviseur en eigenaar van K+V; het interim- en werving & selectiebureau voor levende organisaties en werkende kandidaten in zorg, overheid, onderwijs en management.